Visie

Visie

We hebben hier ons Ondersteuningsplan 2022-2026 samengevat.
U kunt het volledige document vinden op onze Verantwoordingspagina.

 

Het belang van de jongere staat zoveel mogelijk voorop.

Inclusiever onderwijs als stip aan de horizon.

Met scholen met een brede toegangspoort:

We zetten de beweging in van leerplicht naar leerrecht.

We beslissen niet over maar samen met leerlingen en hun ouders.

Onze algemene ambitie:

We bieden iedere jongere een zo passend mogelijke onderwijsplek aan.

Wat is nodig om onze ambitie te realiseren?

  1. Een gezamenlijke visie op wat inclusief onderwijs is: verstaat iedereen hier hetzelfde onder?
  2. Een omslag in denken: van leerplicht naar leerrecht voor iedere jongere.
  3. Een open en gelijkwaardige samenwerking met jongeren en ouders.
  4. Een dekkend netwerk van onderwijsvoorzieningen waar iedere leerling zich naar vermogen kan ontwikkelen.
  5. Een open, flexibele houding naar vernieuwende mogelijkheden binnen de kaders van de wet- en regelgeving
  6. Een adequaat kennis- en handelingsniveau bij alle professionals die werken in het onderwijs.
  7. Een goede regionale samenwerking tussen onderwijs en gemeenten, met als doel een vanzelfsprekende samenwerking op uitvoeringsniveau tussen onderwijs, zorg en welzijn, met aandacht voor preventie en het verbreden van de toegangspoort tot het onderwijs.
  8. Heldere, zo eenvoudig mogelijke procedures voor toelating tot gespecialiseerd onderwijs en onderwijs-zorgarrangementen. We hebben daarbij ook speciale aandacht voor de route (terug) naar het reguliere VO.

Dit brengt ons tot de volgende 15 concrete doelstellingen voor 2022-2026:

  1. In 2026 hebben we een gezamenlijk beeld van wat wij binnen het samenwerkingsverband onder inclusiever onderwijs verstaan en hoe we dat stapsgewijs op termijn willen bereiken.
  2. In 2026 streven we ernaar dat alle jongeren die daartoe in staat zijn, een vorm van onderwijs kunnen volgen.
  3. Handelingsgericht Werken (HGW) vormt het uitgangspunt: het zwaartepunt van de aandacht verschuift van het individuele kind naar de context waarbinnen het onderwijs plaatsvindt.
  4. Het Expertisecentrum en het OPDC van het samenwerkingsverband stellen hun kennis ter beschikking van de scholen en dragen bij aan verhoging van het kennisniveau binnen de scholen. Hierdoor wordt het ondersteuningsaanbod van de VO-scholen versterkt.
  5. Thuiszittende jongeren, die wel in staat zijn tot het volgen van onderwijs, hebben binnen drie maanden een onderwijsplek met zoveel mogelijk onderwijstijd. Wij maken daarbij geen onderscheid tussen geoorloofd en ongeoorloofd verzuim.
  6. Voor leerlingen met een vrijstelling toetsen we periodiek of er voor hen een passend onderwijs(zorg)aanbod mogelijk is.
  7. In 2026 worden alleen nog vrijstellingen van onderwijs afgegeven als dit in het belang is van de jongere, en niet vanwege het ontbreken van passend aanbod.
  8. In 2026 hebben meer jongeren een onderwijsplek binnen het regulier onderwijs; we verminderen de instroom in het VSO door het reguliere VO te versterken.
  9. Er komt meer ruimte voor mengvormen van regulier VO, VSO en jeugdhulp, voor leerlingen waarvoor nu nog geen geschikte onderwijsplek bestaat.
  10. Het VSO beweegt zich richting kenniscentrum en onderwijsplek voor leerlingen waarvoor binnen het reguliere onderwijs (nog) geen geschikte onderwijsplek is. De grenzen tussen regulier VO en VSO worden meer fluïde: het VSO stelt zijn expertise beschikbaar aan het regulier VO, en omgekeerd, met als gemeenschappelijk doel: een dekkend aanbod voor alle leerlingen.
  11. We evalueren de procedures voor de aanmelding bij ons OPDC en voor de afgifte van een TLV voor het VSO en het Praktijkonderwijs. Ons LWOO-beleid inclusief procedures wordt heroverwogen. Ook de beschrijving van de overgang van speciaal naar regulier onderwijs krijgt opnieuw aandacht.
  12. Met gemeenten worden afspraken gemaakt over de inzet van (collectieve en beschikkingsvrije) jeugdhulp, zodat preventiever kan worden gewerkt, expertise de school in wordt gehaald en jongeren in een vroeger stadium kunnen worden geholpen, opdat schooluitval vermindert en zwaardere vormen van jeugdhulp minder vaak nodig zullen zijn en de onderwijscontext (de poort van de school) verruimd kan worden.
  13. Er worden specifieke afspraken gemaakt voor de overgangsroute van PO naar VO en van VO naar MBO/HBO/WO voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte.
  14. In nauw overleg met de Ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband betrekken we leerlingen als ervaringsdeskundige bij de ontwikkeling van beleid.
  15. Er wordt een ouder- en jeugdsteunpunt ingericht met behulp van de richtlijnen die daarvoor landelijk ontwikkeld zijn.